Buitenbeentje... Betoverd door de charme van Uzès

De belangrijkste reden voor onze Frankrijkreis was een bezoek aan onze vrienden die zo'n drie jaar geleden België inruilden voor het zuiderse Saint-Maximin, een dorp op een boogscheut van Uzès. Zij kennen het stadje ondertussen op hun duimpje en we konden ons geen betere gidsen wensen.


We spreken af op woensdagochtend, marktdag. Voor we ons tegoed doen aan de geuren, kleuren en smaken van de vele lokale producten, gaan we ontbijten in "La Nougatine", een bakkerij annex "salon de thé".  Zo jammer dat er in onze streek nog weinig bakkers zijn waar je ook ter plaatse iets kan eten. Bij de grotere bakkerijketens zie je het fenomeen al terug opduiken, wie weet volgen ook de kleinere bakkers. In Frankrijk en Duitsland is het concept in elk geval nog steeds populair.




Het is sowieso verstandig om niet met een lege maag te gaan winkelen... op de markt komt me meermaals het water in de mond. Aangezien we binnen een paar dagen al doorreizen, kan ik niet veel verse zaken kopen. Maar kruiden bijvoorbeeld heeft een mens nooit genoeg in zijn kast staan 😄 Of honing. Of olijfolie. Of kastanjepuree. Of ... Gelukkig heb ik me vorige week op de markt van Saint-Quentin-la-Poterie al eens flink kunnen laten gaan, zodat de buit nu vrij beperkt blijft.



Dan krijgen we een rondleiding door het stadje. De fotograaf in mij beleeft hoogtijdagen met al die prachtige herenhuizen, de originele deuren en deurkloppers, de vele sfeervolle middeleeuwse steegjes, de gezellige pleintjes,... 



Uzès heeft dan ook niet voor niets het label "Ville d'Art et d'Histoire". Absolute blikvanger is het paleis van de Duc d'Uzès met zijn feodale torens en het dak waarop het wapenschild prijkt, een knap staaltje vakmanschap door te werken met dakpannen van verschillende kleur (een techniek die we eerder al in Bourgogne zagen, bijvoorbeeld bij de Hospices de Beaune). Uzès is trouwens het oudste nog bestaande hertogdom in Frankrijk. Het paleis wordt nog steeds bewoond door de familie De Crussol d'Uzès en je kan Le Duché bezoeken (weliswaar met een stevig prijskaartje van 20 euro).



En dan zijn er nog de kathedraal Saint-Théodorit (met een prachtig beschilderd en verguld orgel), de romaanse Tour Fenestrelle (de enige ronde klokkentoren met ramen), de vele herenhuizen die getuigen van het rijke textielverleden, het balkon en de Promenade des Marroniers (met het Pavillon Racine), het 18de-eeuwse Hôtel de Ville (met vanop de binnenplaats een magnifieke doorkijk op het paleis),... Ook één van mijn favorieten: de Place des Herbes, terecht al vaak gebruikt als filmdecor. Het plein is onregelmatig van vorm en de meeste oude huizen met arcaden dateren uit de middeleeuwen. Op woensdag en zaterdag is het hier een marktdrukte van jewelste, maar op andere momenten kan je hier in alle rust op één van de terrasjes onder de arcaden of onder de platanen genieten van de zuiderse sfeer die  De winkelstraatjes rond het marktplein zijn dan weer zeer uitnodigend om door te slenteren.




De tijd vliegt voorbij. Tussendoor lunchen we in een typische bistro en voor het dessert gaan we ijs snoepen bij "La Fabrique Givrée". Een echt verwenmoment, want we mogen zelf ons bordje samenstellen met zes smaken naar keuze. En allemaal artisanaal bereid zonder kleurstoffen of bewaarmiddelen. Als ik achteraf te weten kom dat ze een vermelding hebben in de Gault & Millau ben ik helemaal niet verbaasd; de ijsjeskenner in ons midden (met name mijn hubbie) had al zijn goedkeuring gegeven 😄



Niets doet vandaag nog vermoeden dat in de jaren '60 van de vorige eeuw Uzès een onbekend, vervallen en verlaten stadje was. In de 19de eeuw werd immers de textielindustrie zwaar getroffen en dit zorgde voor enorme achteruitgang. Door de invloed van de markiezin de Crussol d'Uzès kon het ergste vermeden worden en Uzès is één van de lievelingsplekjes geworden van mensen die houden van het authentieke leven (lees: rijke buitenlanders die zich in Frankrijk willen komen vestigen). Als je denkt dat in Vlaanderen de vastgoedprijzen de pan uit swingen, dan moet je hier maar eens een immokantoor binnenstappen.



Om de dag in schoonheid af te sluiten, maken we nog een wandeling in de Vallée de l'Eure, Hier komen de Uzètiens graag naartoe voor hun zondagse wandeling of voor een picknick in het groen. Het is ook de plek waar de Romeinen een aquaduct bouwden van 50 kilometer lang om het water van de Eure helemaal tot in Nîmes te krijgen. In de vallei zie je er nog resten van, maar om echt een beeld te krijgen van deze krachttoer, moet je even tot de Pont du Gard. Ik beloof je: je zal versteld staan. (zie ook mijn blogpost Bestemming Pont du Gard)




En Uzès? Helemaal ons ding! Alleen is onze portemonnee niet dik genoeg om hier naar een tweede verblijf uit te kijken 😉
 

Praktische info:
Er is veel parkeergelegenheid in en net buiten de stad (betalend/gratis). Op marktdagen kom je best heel vroeg.
In het Office de Tourisme kan je terecht voor allerhande info en voor een (eventueel gegidste) stadswandeling. Het (autovrije) historische centrum is rolstoeltoegankelijk.
Info over het hertogelijk paleis (o.a. openingsuren, tarieven): Duché d'Uzès.
Toeristische info over Uzès en ruimere regio: Destination Pays d'Uzès - Pont du Gard.
IJs- en chocoladeliefhebbers kunnen al eens beginnen likkebaarden op La Fabrique Givrée.
Type wandeling: stadswandeling

© 2022 Bouncing Kate - Alle rechten zijn voorbehouden.

Reacties

Populaire posts