Buitenbeentje... Het Museum aan de IJzer met een ommetje achteraf

Met onze museumpassen in de aanslag zetten we koers naar het Museum aan de IJzer. 
Wie ooit al in de buurt van Diksmuide is geweest, heeft er niet naast kunnen kijken: de IJzertoren is met zijn 84 meter een monument om u tegen te zeggen. Het is in de eerste plaats een herdenkingsmonument voor de Vlaamse gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog, maar hij staat ook symbool voor de Vlaamse Beweging. Vooral dat laatste zorgde in het verleden soms voor controverse.


Kort na WOI werd het Comité voor Heldenhulde opgericht. Hun doel was om op het graf van Vlaamse gesneuvelden een Heldenhuldezerk te plaatsen. Hiervoor werd een terrein aangekocht aan de oevers van de IJzer waarop een reusachtig kruis zou komen met daarrond de heldenhuldezerkjes.


Een en ander kwam in een stroomversnelling toen in 1925 de Dienst der Belgische Militaire Begraafplaatsen meer dan 500 heldenhuldezerkjes van de begraafplaatsen van Adinkerke en Oeren verbrijzelde om er grintwegen mee te funderen. 




In 1928 startte men met de bouw van de 50 meter hoge toren, in 1930 werd hij ingewijd tijdens de elfde IJzerbedevaart. Op de toren staat aan de vier zijden van de voet te lezen Nooit meer oorlog in de vier talen van de strijdende partijen van het westelijk front: Plus jamais de guerre, No more war, Nie wieder Krieg. Bovenaan staan in kruisvorm de letters AVV / VVK, wat staat voor Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus




Na WOII werd in 1945 - in de sfeer van de anti-Vlaamse repressie - de toren tot tweemaal toe gedynamiteerd door weerstanders. Het IJzermonument stortte volledig in.
Al in 1951 startte men al met de bouw van een nieuwe toren, 100 meter verder en deze keer bijna 85 meter hoog. De ruïne van de eerste toren werd bewaard met daarop een groot wit heldenhuldekruis.
Men bouwde ook de Paxpoort met de brokstukken van de eerste toren. Voor de financiering kon men rekenen op de vrijwillige bijdragen van talloze individuele Vlamingen en verenigingen.



De 22 verdiepingen van de IJzertoren zijn ingericht als een museum over WOI en Vlaamse ontvoogding en maakt sinds 1998 zelfs deel uit van het Vredesmusea-netwerk van de Verenigde Naties. Sinds 2014 huisvest het beschermde monument het Museum aan de IJzer, een aanrader voor al wie in onze nationale geschiedenis geïnteresseerd is.



Ons museumbezoek is er letterlijk eentje van hoog niveau, want je kan vanop de 22ste verdieping nog de trappen nemen naar het dakterras, waar je een spectaculair uitzicht hebt op de IJzervlakte. Jammer genoeg is het bewolkt vandaag waardoor het zicht eerder beperkt is, maar toch... Wauw.


Om al die indrukken te laten bezinken, maken we na het bezoek nog een paar wandelingen. 
We hebben geen zin om ons nog te verplaatsen, dus kiezen we voor het IJzerfrontommetje van zo'n 6 kilometer. Door werken aan de ring rond Diksmuide is het eerste deel van de Frontzate (de vroegere spoorlijn tussen Kaaskerke en Nieuwpoort-Bad) niet toegankelijk. We moeten jammer genoeg langs de drukke hoofdbaan naar het oude Kaaskerke stappen. Van daar gaat het via het Stiltepad naar de oevers van de IJzer. Aangezien er vrij veel autoverkeer is, besluiten we niet tot aan de Dodengang en de Petroleumtanks te stappen, maar via de IJzerdijk terug te keren naar het centrum. 




Aangezien onze wandelhonger nog niet gestild is, geven we de erfgoedwandelroute Stadslink (van zo'n dikke 3 kilometer) nog een kans. We volgen het spoor van de klinknagels - langs naar onze zin veel te drukke straten - en belanden op de Grote Markt met zijn na de Groote Oorlog heropgebouwde stadhuis. Prachtig staaltje architectuur! De terrasjes lonken, maar voor de opening ervan is het nog even wachten.* We komen nog voorbij de Sint-Niklaaskerk en zoeken onze weg naar het stadspark. Vanaf hier wordt het gelukkig een pak rustiger. We volgen het jaagpad langs de Handzamevaart, komen even boven water aan de Vismarkt en het Begijnhof en duiken dan weer onder de brugjes. We komen nog voorbij het industrieel erfgoed van de Bloemmolens (achtereenvolgens suikerfabriek, stoommaalderij, fort van de Duitsers, olieslagerij, museum en woonsite) en we eindigen op de Portus Dixmuda.
Fijn is dat er op de belangrijkste locaties panelen met interessante achtergrondinfo staan. Een pluim voor de Dienst Toerisme om in deze coronatijden toch een "gidsbeurt" mogelijk te maken.




Onze conclusie: het museumbezoek was een aanrader, voor de wandelingen zouden wij als rustzoekers toch eerder andere oorden (deelgemeentes) opzoeken. Keuze genoeg!




* op datum van publicatie was de heropening van de terrassen gepland voor 08/05/2021

Museum aan de IJzer, IJzerdijk 49, Diksmuide (gratis parkeren). Meer info over tickets en reservatie op de website van Museum aan de IJzer.
Alle wandel- en fietsroutes in de buurt kan je terugvinden op de site van Bezoek Diksmuide.
Opgelet: in het centrum van Diksmuide is parkeren gratis, maar beperkt (blauwe zone).

Mijn wandeltips in de buurt: de Blankaartwandelroute en de Bethoosterse Broekenwandelroute.

© 2021 Bouncing Kate - Alle rechten zijn voorbehouden.

Reacties

Populaire posts