Buitenbeentje... De religieuze fietstoer op in het land van de Witte van Zichem
Wie herinnert zich nog de schooltijdschriften Zonnekind, Zonnestraal en Zonneland van Uitgeverij Averbode? Samen met mijn grootmoeder probeerde ik steevast de recepten uit. Het ene resultaat was al wat beter dan het andere... zo bleek de verrassingscake te blijven rijzen in de oven totdat hij wel vijf keer in volume toenam. Hilariteit verzekerd! Tot op de dag van vandaag zitten er nog een paar van die recepten in mijn knipselmap.
Vandaag staat Averbode echter synoniem voor de Abdij van Averbode waar onze fietstocht door het land van de Witte van Zichem van start gaat.
Twee dagen geleden waren we op wandel in de Brabantse Kouters rond Grimbergen. Achteraf zakten we af naar het centrum voor de versterking van de innerlijke mens (met - hoe kan het ook anders - een abdijbiertje met dezelfde naam) en een bezoek aan de prachtige Sint-Servaasbasiliek. Deze hoort bij de Abdij van Grimbergen, de oudste bewoonde norbertijnenabdij van België.
Ook de Abdij van Averbode behoort tot dezelfde religieuze orde van de norbertijnen. Onze eerste stop van vandaag was dan ook een bezoek aan de Abdij... zou de Abdijkerk van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart even mooi zijn? Langs de slotmuur wandelen we van parking 1 naar het poortgebouw dat uit de 14de eeuw dateert. Eenmaal op het binnenplein "overvalt" ons de rust en stilte van deze plek. Blijkbaar is er vandaag niemand anders op het idee gekomen naar hier af te zakken, want er is voor de rest niemand. We nemen de tijd om de fraaie gevels van de kloostergebouwen te bewonderen en de magnifieke gevel van de abdijkerk... die gesloten blijkt wegens werkzaamheden. Jammer! Ook in de spiegelvijver staat maar een plasje water waardoor het beoogde effect verloren gaat. We zullen nog eens moeten terugkomen 😉
Via het bospad gaan we terug naar de parking waar je blijkbaar maar beperkt mag parkeren met de parkeerschijf. Wij rijden dus een eindje verder naar parking 3 op het Sint-Jansplein waar je onbeperkt mag staan. De fietsen worden afgeladen en weg zijn we.
Al snel zitten we op onze route: door de Abdijstraat (in de volksmond beter gekend als de "Lekdreef" omwille van de ijskarretjes) het bos in. Na een paar kilometer ruilen we de autovrije bosdreef in voor rustige straten met typische Vlaamse lintbebouwing. Zo belanden we voor de eerste keer vandaag in Zichem, geboortedorp van schrijver Ernest Claes. Zijn bekendste roman is toch wel "De Witte", een streekroman over de fratsen en belevenissen van de negenjarige Ludovicus "Lewie" Verheyden.
Nog voor we het dorp bereiken, nemen we het pad langs de spoorweg dat zich wat verder opsplitst. We kiezen hier voor "'t Boemelke", een voormalige spoorlijn die bedevaarders met de stoomtrein naar Scherpenheuvel moest brengen. Andere tijden... Een oude spoorbrug leidt ons over de Demer en het is tijd voor de lunch. De vele bankjes maken er hier het ideale plekje van. Langs de ene kant kijken we uit op natuurgebied, aan de andere kant zien we de Maagdentoren, ooit deel van een waterburcht en nu gerestaureerd. Je kan de toren beklimmen en vanop het uitkijkplatform heb je een schitterend zicht op de omgeving. Vanop 26 meter hoogte zie je de Abdij van Averbode, Zichem, de Demerbroeken en de Basiliek van Scherpenheuvel.
Die laatste is ook onze volgende bestemming. Ik weet niet wat ik moest verwachten van het meest bezochte bedevaartsoord van ons land, maar toch niet dit. Begrijp me niet verkeerd, de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel is een zeer knappe koepelkerk in barokstijl. Ze ligt in het centrum van een zevenhoekig stratenplan en de kerk zelf is ook volgens een zevenhoekig patroon gebouwd. De koepel is versierd met 298 zevenpuntige vergulde sterren. Dit zijn verwijzingen naar de zeven vreugden en de zeven smarten van Maria. Er zijn meerdere kaarsenkapellen en souvenirkraampjes, wat voor mij te veel naar platte commerce neigt. Er is weinig tot geen volk, ook niet in de omliggende straten en de horeca is veelal dicht of leeg. Misschien dat de sfeer hier in mei, de traditionele Maria-maand anders is, maar vandaag valt het me tegen.
Dus zetten we onze religieuze toer verder langs rustige wegen en onverharde paden tussen de maisvelden. Volgende stop: Diest. Aan de kleurrijke bevlagging te zien, is er hier iets te doen. En ja hoor, het is kermis. Met de fiets aan de hand wandelen we door het centrum en houden halt aan de gotische Sint-Sulpitiuskerk. Deze is opgetrokken in ijzerzandsteen en witte kalksteen, een zeer. bijzondere en geslaagde combinatie. De voorgevel krijgen we amper te zien, want die is - net als vele andere historische gevels - weggestopt achter een kermisattractie. Binnenin zijn we onder de indruk van het interieur met een heel knap koorgestoelte en een (gratis) museum voor religieuze kunst.
Ook in Diest schieten de appartementsgebouwen als paddenstoelen uit de grond; eentje zelfs pal op de route waardoor we een omweg moeten nemen. De aannemer heeft echter zijn/haar werk goed gedaan en de omleiding staat perfect aangeduid.
Zo komen we in de Begijnenstraat aan de barokke toegangspoort van het begijnhof, een van de oudste (1253) en best bewaarde van Europa. Ook hier wandelen we met de fiets aan de hand even door: kasseistraatjes rond de 14de-eeuwde (ontwijde) begijnhofkerk, de vele huisjes met de huisheilige in een nis boven de deur, ... je waant je terug in de middeleeuwen. In het voormalige kloostergebouw zit nu het cultureel centrum en taverne De Kapel, als je het mij vraagt een van de leukste adresjes van Diest.
Dan volgt een drukker stukje (weliswaar veilig op een afgescheiden fietspad), maar niet veel verder klimmen we het groen in. Een bord "Militair Domein" maakt ons attent op het militair vliegveld van Schaffen waar het leger zijn para's opleidt. Het gaat op en neer, langs het Zwart Water en het natuurreservaat Dassenaarde. Na een passage door het kleine Molenstede fietsen we langs de spoorweg terug naar Zichem. Aan de Maagdentoren houden we opnieuw een pauze en dan gaat het richting centrum. Zichem werd ooit verkozen als één van de mooiste dorpen van Vlaanderen. Het marktplein met zijn kiosk zou doen denken aan die uit de Provence. Veel krijgen we er echter niet van te zien, want men is hier volop bezig met de opbouw van een of ander podium. Alles is afgezet.
Dan maar door naar Testelt via het natuurgebied de Demerbroeken, een heerlijk stukje van de route. We komen voorbij een watermolen en de schitterende Villa Ter Wolf, gebouwd in art nouveau-stijl in 1908. Deze villa werd gebouwd op de plek waar ooit een tweede watermolen stond en beide molens brachten destijds geld in 't laatje voor de Abdij van Averbode.
De laatste kilometers leggen we af door het natuurgebied Averbode Bos en Heide, meer dan 1000 ha heide, vennen, loof- en naaldbossen en hier en daar een landduin. Dit schitterend pad brengt ons naar het eindpunt, het bezoekerscentrum annex abdijcafé en -winkel "Het Moment". Ons moment is slecht gekozen, want de deuren sluiten om 18u, dus zijn we te laat voor een après-vélo. Dan maar een ijsje halen in de Lekdreef. Ook niet te versmaden!
Praktische info:
vertrek: parking 3, Sint-Jansplein, 3271 Scherpenheuvel-Zichem
afstand: 47,5 km (85% verhard) - lus - licht glooiend met een paar korte klimmetjes
mijn persoonlijke scores: algemeen 8,5/10 (halfbewolkt, 26°C, 3Bft) - stilte 8,5/10
route via knooppunten: vanaf parking 3 rijd je naar rechts tot aan parking 1/bezoekerscentrum, daar vind je knooppunt 18.
18 - 25 - 83 - 58 - 59 - 93 - 92 - 89 - 88 - 33 - 32 - 31 - 85 - 86 - 58 - 59 - 57 - 81 - 56- 18
Fietsnetwerk "Hageland".
De fietsnetwerken krijgen regelmatig een update. Check daarom voor je vertrekt een routeplanner zoals bijvoorbeeld Fietsknooppunt.
Veel bankjes. Horeca aan de start en onderweg.
© 2023 Bouncing Kate - Alle rechten zijn voorbehouden.
Reacties
Een reactie posten