Buitenbeentje... Texture, museum over Leie en vlas

In een oud vlasmagazijn van de Linen Thread Company is het museum Texture gevestigd. Hier komen we alles (of toch veel) te weten over de vlasindustrie en het belang van de Leie in dit verhaal.

De laatste jaren zien we tijdens onze voorjaarswandelingen meer en meer vlasvelden. Eind mei, begin juni kleuren hele 'vlasschaards' lichtblauw. Snel zijn is wel de boodschap, want het tere bloempje van de vlasplant bloeit maar enkele uren: 's ochtend rond 10 uur staat het helemaal open, na de middag begint het al te verwelken.

Sint-Laureins 19/06/2021

Vlas is trouwens niet alleen in de bloei, maar ook in de groei een spurter. Amper 100 dagen zitten er tussen het zaaien (in maart) en het oogsten (in juli). Om te groeien heeft het plantje weinig water nodig (ter vergelijking: voor de productie van 1 kilo vlas heb je 0 liter water nodig, voor 1 kilo katoen komt er 7.900 liter water aan te pas) en er komen ook weinig pesticiden aan te pas. En toch vraagt de vlasteelt veel zorgen en komt er heel wat kennis bij kijken. Ook de natuurelementen en toeval spelen uiteraard een rol.



De Europese koploper in de vlasteelt en bewerking is Frankrijk, maar België staat op de tweede plaats. De podiumplaatsen worden vervolledigd door Nederland. Vlas gedijt in een mild, vochtig klimaat en in een vruchtbare bodem. In ons land vind je de velden dan ook in de zandleemgronden van Zuid-West-Vlaanderen, de polders en de zware leemgronden van Henegouwen, Brabant en Haspengouw.




Vlas wordt al meer dan 38.000 jaar verwerkt. De lange en sterke vezels van de plant zitten in de stengel. Het wordt niet zoals een graangewas gemaaid, maar gesleten oftewel met wortel en al uit de grond getrokken. Dan volgt een lange en complexe bewerking van de vezels en kunnen ze verder verwerkt worden in allerhande toepassingen.




Zo denken wij spontaan aan linnen. De Egyptenaren maakten er al touwen, zeildoeken, kleding en windsels voor de mummies van. Vandaag krijgt linnen als textielstof een nieuwe boost door de aandacht voor duurzaamheid. Het heeft ook tal van goede eigenschappen: het is luchtig om te dragen, het is tegelijk waterafstotend als absorberend (ideaal voor vaat- en handdoeken) en het is antistatisch (wat dan weer van pas komt voor interieurtextiel zoals gordijnen).




In veel Vlaamse steden vind je nog Vlasmarkten of Lijnwaadmarkten, namen die verwijzen naar het verleden toen Vlaanderen het wereldcentrum voor de linnenhandel was. Het weven gebeurde oorspronkelijk op het platteland, tijdens de wintermaanden door de vlasboeren en hun familie. Daardoor hadden ze een zekere welstand. Hierdoor nam de bevolking toe, boerderijen werden kleiner en meer monden moesten gevoed worden met hetzelfde inkomen. Bovendien ging de industriële revolutie helemaal voorbij aan de linnenindustrie, het bleef een thuisnijverheid. Vanaf 1830 begint deze industrie dan ook in te storten: Engels fabriekslinnen en het veel goedkopere katoen overspoelen de markt, verschillende vlasoogsten mislukken, er ontstaat hongersnood en in heel Vlaanderen breken typhus en cholera uit.


Het roer wordt omgegooid en men begint volop in te zetten op vlasbewerking in plaats van linnennijverheid. Vanuit Frankrijk en Nederland worden tonnen vlas aangevoerd om hier geroot (weken in water), gebrakeld (breken van de houtstengel) en gezwingeld (verwijderen van het hout) te worden. Het vlas dat in de Leie geroot wordt, heeft een unieke kleur en krijgt al snel wereldfaam. Britse spinnerijen geven de Leie al gauw een bijnaam, de Golden River, vanwege het vele geld dat met dit vlas te verdienen was. De goudkleurige gevelbekleding van het museum is hier trouwens een verwijzing naar.



De Amerikaanse beurscrash van 1929 brengt de hele wereldeconomie ten val, ook die van de vlasindustie. Mechanisering van de sector bracht soelaas: enkele pioniers zoals de broers Vansteenkiste, Maurice Soens en Clovis Leterme ontwikkelden nieuwe machines. Zo ontstond een nieuwe sector met bedrijven die al snel wereldfaam vergaarden. Sommige van die firma's bestaan nog altijd, denk maar aan Picanol.

Topstukken uit de "Schatkamer"



Nog een paar wist-je-datjes:
  • In de jaren '50 was de opbrengst van 5.400 kilo vlas genoeg om een perceel bouwgrond te kopen én er zonder een lening een huis op te bouwen.
  • Van het vlas wordt elk stukje benut: het beste vlaszaad wordt gebruikt als zaaigoed, de rest wordt geperst tot lijnolie dat gebruikt wordt in voeding, verf en cosmetica. De uitgeperste zaadjes worden verwerkt tot veevoeder. Waar de houtachtige deeltjes vroeger gebruikt werden als brandstof, wordzen ze vandaag aangewend voor isolatiemateriaal en vezelplaten. Wetenschappers zijn steeds op zoek naar nieuwe toepassingen. Zo wordt bijvoorbeeld vlas gebruikt in fietsframes.
  • De waterproof dollarbiljetten bestaan voor 25% uit vlasvezels (en uit 75% katoenvezels).
  • Koeien die op een dieet staan van voeder gemengd met lijnolie stoten tot 20% minder methaan (na CO2 het meest voorkomende broeikasgas) uit. Goed voor het milieu dus.


Voor wie geïnteresseerd is in ons industrieel verleden, is dit best een leuk museum. Niet groots opgezet, maar je krijgt toch veel (achtergrond)info. De expo biedt een goede mix tussen feiten, foto's en objecten. Ideaal om - zoals wij - te combineren met een stadswandeling.

Paradise Kortrijk 2021
Werken van Sanam Khatibi

A drop of wax and a lit of fire set out a new course for the ship of fools - Joris Van De Moortel

Habitat Sequences - Klaas Rommelaere



Voor alle info: Texture Kortrijk.
Ook Texture maakt deel uit van het parcours van de triënnale Paradise Kortrijk 2021. Van 26 juni tot 24 oktober 2021 is de toegang tot het museum gratis (reservatie verplicht).

© 2021 Bouncing Kate - Alle rechten zijn voorbehouden.

Reacties

Populaire posts