Buitenbeentje... Op de fiets "Andalusian style"

Wie Andalusië zegt, denkt niet meteen aan fietsen. Maar toch... 

In Vlaanderen kennen we de Groene 62, Frontzate, het Mijnwerkerspad, ... allemaal oude spoorwegbeddingen die omgebouwd werden tot fiets- en wandelpad. Geloof het of niet, ook in de streek van de stierengevechten en de sherrybodegas hebben ze Vías Verdes, maar liefst 27 stuks.

En laat er nu net één van deze groene assen door het kuststadje lopen waar wij verblijven. Te mooi om niet eens uit te proberen. In ons hotel kan je voor een schappelijke prijs een fiets huren, dus...  ¡Vámonos!

De Vía Verde Entre Ríos is 16,2 kilometer lang en loopt van Rota naar Sanlúcar de Barrameda. Aangezien wij vertrekken uit Chipiona, verkennen we eerst de ene en dan de andere kant. Kwestie van 's avonds toch een acceptabele dikke 40 kilometers op de teller te hebben... Heen en terug, en nog wat extra onderweg.


Wat meteen opvalt, is het landelijk karakter van het hinterland. De route loopt dan wel langs de kust, maar de zee krijg je niet meteen te zien. 
De meimaand is perfect qua temperatuur en de bermen barsten van kleur. 

 
 

De lokale bevolking maakt gretig gebruik van dit autovrije én stressvrije fietspad ; bij de toeristen is dit een nobele onbekende. Dat is wel zonder ondergetekende gerekend, want tegen het einde van ons verblijf hadden we al veel navolging gekregen. Mond-tot-mondreclame ... de beste soort.

Maar er was dan ook zoveel om enthousiast over te zijn. 
We gaan op weg naar Sanlúcar ... maar eerst even een blik werpen op de vuurtoren (met zijn 69 meter de grootste van Spanje) en de jachthaven van Chipiona. Mooie start van de rit! En de komende dagen zullen we nog meer moois in dit kuststadje bespeuren.

Klein maar fijn

Overdag al vrij impressionant...

's Avonds gewoonweg sensationeel

Via een goed onderhouden grintpad langs akkers en velden bereiken we het "station". Van daaruit fietsen we nog even naar het centrum van het kuststadje Sanlúcar de Barrameda, bekend als toegangspoort tot het Parque Natural de Doñana. Hier doen we twee fantastische ontdekkingen. De eerste is een schitterend kerkje, de Parroquia de Nuestra Señora de la O. En die "O" is heel toepasselijk. Zelden heb ik zo'n kunsthistorisch kleinood bezocht... je weet niet waar eerst kijken, zo rijk is de versiering. 

Grijze muis aan de buitenkant,

binnenin een juweeltje

 

En vlak naast het kerkje ligt onze tweede ontdekking : het Palacio Ducal de Medina Sidonia met een prachtige binnentuin waar je thee kan drinken met huisgemaakt gebak erbij. Dit stilteplekje is vooral gekend bij de locals, dus hebben wij de tuin op dat moment  - volle siestatijd - voor ons alleen. Zalig!



Wat een rust

Bezoek aan de plaatselijke markt: een feestje voor alle zintuigen

Met een vol buikje maken we rechtsomkeer en zetten we koers naar Rota. Dit deel van de route gaat deels door prachtige natuur, deels parallel met de hoofdbaan. Niet dat dat laatste stoort, want er ligt best nog een mooie groene bufferstrook tussen en veel verkeer is er sowieso niet. We fietsen voorbij wijngaarden, bosjes en weelderige akkers. Even een bang momentje als we een nogal krakkemikkig ijzeren brugje over moeten (ter info : dit wordt in 2020 blijkbaar gerenoveerd), maar het komt goed. 



Als we Rota naderen, horen we plots zware vliegtuigmotoren naast ons. Even verbaasde blikken, maar blijkt dat we naast de Amerikaans-Spaanse marinebasis aan het fietsen zijn. Je kan het als militair slechter treffen dan hier gestationeerd te zijn. Rota valt een beetje tegen : te druk is niet leuk, maar een beetje animo mag er wel zijn. Dit stadje moet het echter vooral hebben van tweedeverblijvers uit Sevilla, maar die zijn er niet op een doordeweekse dag. Dus terug ommekeer.

Plaatselijke lekkernij

Onderweg nemen we nog even de afslag naar Costa Ballena, een zeer recente urbanisatie waar het ene resort naast het andere vijfsterrenhotel ligt. Nada authenticiteit, maar jongens wat een strand. De fietsen worden even op stal gezet voor een flinke strandwandeling. Eén kilometer worden er gauw twee, en drie, ... Een paar uurtjes later genieten we nog even na op een terrasje en dan bestijgen we terug ons stalen ros.


Deze Vía Verde is dan misschien niet de langste, de mooiste of de spectaculairste, maar wij vonden het een topervaring!

Stairway to my kind of heaven


Wij maakten deze fietstocht in mei 2018. Meer info kan je nalezen op :

© 2020 Bouncing Kate - Alle rechten zijn voorbehouden.


Reacties

Populaire posts