Gedachtenscharrel... Over blaren en ander wandelleed

Wandelen moet een feestje zijn ; blaren en andere ongemakken zijn dus niet uitgenodigd, laat staan welkom. Jammer genoeg kunnen ze echte party crashers zijn... Hoe hou je ze buiten?

Verklein de kans op wandelleed met volgende tips :

(1) Investeer in goede en juiste wandelschoenen. 

Afhankelijk van de vorm van je voeten, je lichaamsgewicht en je looptechniek zal je andere schoenen nodig hebben. Maar ook het type wandeltocht speelt een rol : voor een meerdaagse trektocht in de bergen met een zware rugzak zal je een zwaarder kaliber schoen nodig hebben dan voor een paar uurtjes wandelen in de Vlaamse bossen.

Laat je adviseren, probeer meerdere modellen uit (met wandelsokken) en loop er een stukje mee. Je gaat ook het beste schoenen kopen iets later op de dag. Bij mij kan dat - afhankelijk van het weer - tot bijna een halve maat schelen. Belangrijk is dat je nieuwe aanwinst je enkels en voeten voldoende steun geven.

Eenmaal aangekocht, loop ze in. Het is echt geen goed idee om meteen een dagtocht te gaan maken met je nieuwe allerbeste maatjes... Ruzie gegarandeerd.

(2) Investeer in wandelsokken. 

Niet te groot, niet te klein. Deze sokken zijn naadloos, hebben hiel- en teenbescherming en zorgen voor een goede vochtafvoer.

(3) Rustig opbouwen is de boodschap. 

Ook al lijkt die 20 kilometer een makkie, je begint best met een kortere afstand om je pezen, gewrichten en spieren te laten wennen aan dat extra werk. Tijdens een wandeling moeten je voeten en benen al gauw duizenden keren je lichaamsgewicht opvangen en weer afzetten. Niet alleen de afstand moet je opbouwen, maar ook je wandeltempo. En wat dat tempo betreft : bepaal het vooral zelf!

(4) Kies je ondergrond.

Een zachte ondergrond is minder belastend voor je lichaam dan asfalt. Ben je dus gevoelig voor blessures of heb je links of rechts al een mankementje, ga dan zoveel mogelijk voor zachte bospaden, zand of grint. Afwisseling is sowieso aan te raden.

(5) Een goede wandeltechniek is essentieel.

Zonder al te technisch te worden, is het toch belangrijk dat je op een correcte manier gaat stappen. Dat gaat van een juiste plaatsing van je voeten tot de juiste ontspannen houding van je armen. En ook belangrijk : begin niet meteen in je hoogste versnelling te stappen, maar warm de eerste kilometer op. Nader je het eindpunt, schakel dan het laatste kwartier terug naar een lager tempo. 

(6) Kies voor goede voeding en zorg voor een gezond gewicht.

Wil je goed zorg dragen voor je botten en spieren, maak dan dat je voldoende eiwitten en calcium binnenkrijgt. Eet gevarieerd en gebruik je gezond verstand, dan kom je al een heel eind.

Bij overgewicht krijgen je spieren, pezen en gewrichten het zwaarder te verduren en loop je meer kans op een blessure. Het goede nieuws is dat wandelen een prima vorm van lichaamsbeweging is als je wil afvallen.

(7) Ga voor laagjes.

Als je het koud hebt, dan verkrampen je spieren en heb je meer risico op blessures. Kies liever voor meerdere laagjes kleding, dan voor één warm kledingstuk. Zo kan je in de loop van de dag je outfit gemakkelijk aanpassen. 

(8) Voorkom blaren.

Je hebt de juiste schoenen en wandelsokken gekocht, je materiaal en jezelf ingelopen,... prima start. Wil je de kans op blaren nog kleiner maken, dan vertroetel je je onderdanen nog meer door volgende tips toe te passen.

• Zorg voor droge voeten. Wissel tijdens je tocht desnoods van sokken.
• Eelt heeft een functie, maar teveel is teveel. Zeker als wandelaar heb je meestal een paar probleemzones. Voorzichtig aan de slag dus met een eeltvijltje of puimsteen na een lekker voetbadje.
• Verzorg je voeten goed en trakteer jezelf eventueel op een bezoekje aan de pedicure.
• Is een verkeerde wandeltechniek de oorzaak van je blaren - wanneer je bijvoorbeeld op een verkeerde manier gaat stappen om de pijn van een ander ongemak te verlichten - dan kan een podoloog je verder helpen.

(9) Luister naar je lijf.

De ene zijn/haar pijngrens is al hoger dan van een andere, maar je doet er toch goed aan tijdig bepaalde signalen op te pikken. Voorkomen is nog altijd beter (en sneller) dan genezen.

Tot slot : vergeet de inwendige mens niet tijdens het wandelen. Neem voldoende water mee en voorzie iets te eten voor onderweg. Niets zo lekker als een boterham in de vrije natuur.

Een portie versgeplukte kersen doet het ook altijd goed

© 2020 Bouncing Kate - Alle rechten zijn voorbehouden.