Bergen die geen bergen zijn
Wie een écht vakantiegevoel wil krijgen in eigen land, die
moet naar het West-Vlaamse Heuvelland !
Deze fusiegemeente bestaat uit 8 landelijke dorpen en dankt
haar naam aan de verschillende heuvels in de streek, met de Kemmelberg als
hoogste en wellicht bekendste. Vandaag ga ik al die heuvels uitgebreid testen… of zij mij,
het is maar hoe je het bekijkt.
Officieel start deze bewegwijzerde West-Vlaamse Bergen-fietsroute
in Kemmel, maar ik kies ervoor om op de route in te pikken in Westouter. Kwestie
van après-vélo veel horeca-aanbod te hebben.
Deze streek ademt ook Den Grooten
Oorlog, dus naast fenomenale vergezichten, intense natuur en stille dorpen vind
je hier ook heel wat begraafplaatsen, monumenten en gedenkstenen. Mensen die net
zoals ik hierin geïnteresseerd zijn, kan ik zeker ook één van de twaalf "14-18"-fietsroutes aanraden.
Ik start meteen met het enige stuk onverhard parcours van
vandaag en fiets de Rodeberg op. Het Hellegatbos lonkt, maar dat zal voor een
andere keer zijn. Via kronkelende landweggetjes gaat het naar de Kemmelberg.
Met zijn 156 meter is hij de hoogste van de West-Vlaamse Getuigenheuvels.
Getuigen waarvan? In al deze heuvels zit een zandlaag die een aanduiding
(getuige) geeft welke geologische oorsprong het landschap ooit had. En dan gaan
we terug tot 55 miljoen jaar geleden toen ons land nog uit één grote zeemassa
bestond.
Breng in Kemmel zeker een bezoekje aan het bezoekerscentrum Heuvelland. Je vindt er niet alleen toeristische info, maar er is ook een permanente tentoonstelling over WO I en het landschap van de Kemmelberg.
Terug op de fiets. Rustige landwegen brengen me naar Voormezele en voorbij het Provinciaal Domein De Palingbeek. De mooiste landschappen rijgen zich aan elkaar. Wijtschate laat ik op deze route links liggen, maar het gaat meteen naar de kleinste stad van België, Mesen. Ook hier heeft de oorlog lelijk huis gehouden. Een aantal monumenten en beelden herdenken deze harde tijden.
The Christmas Truce |
Zeker een omwegje waard : het Vredespark en de Ierse Vredestoren. Op je route vind je het Britse Messines Ridge Cemetery. Ik heb deze begraafplaats (en vele anderen) al meermaals bezocht en telkens opnieuw ben ik zwaar onder de indruk.
Om stil van te worden |
Ook niet ver van dit stuk van de route ligt de Pool of Peace,
de grootste overgebleven mijnenkrater van 1917.
Even doortrappen en ik kom aan in Wulvergem, het kleinste
van de acht Heuvelland-dorpen. Nog wat heerlijke kilometers later doe ik
Nieuwkerke aan. Niets doet vandaag vermoeden dat dit dorp ooit een bloeiend
lakencentrum was dat zelfs met Ieper kon wedijveren. Of toch… het mooie
raadshuis en de hallenkerk herinneren nog aan die glorieuze middeleeuwen.
Afdaling naar Wulvergem |
Terug klimmen, deze keer op de West-Vlaamse variant van de
Walletjes.. en ik word beloond met één van de mooiste panorama’s van de streek.
De hele heuvelrij ligt te pronken onder een indrukwekkend wolkendek.
Via de Douvevallei kom ik aan in Dranouter, bij de meesten
bekend om zijn folkfestival. Terug een nijdige klim naar de Kemmelberg, maar
met onderweg een schitterend uitzicht op de beboste heuvelruggen.
Volgende “halte” is Loker, met één van de meest fotogenieke
kerken die ik ooit heb gezien. Zeer speciaal ook met vier torentjes.
Sint-Petrus-kerk in Loker |
De laatste kilometers geef ik mijn ogen nog flink de kost. Op
het kruispunt van de Rodebergstraat ga ik even naar links. Daar kan je immers
met de zetellift Cordoba van de Vidaigneberg naar de Baneberg. Ook al ziet het
er allemaal wat oubollig uit, het is best wel speciaal om eens boven de
wijngaarden te hangen.
Na dit leuke intermezzo zet ik de eindspurt in... mijn Picon Patron wacht.
Reacties
Een reactie posten